1. Je hebt alleen een stuk behang met de afmetingen 20 x 20 cm en een stift nodig.

2. Nu begin je met vouwen. Vouw het behang eerste twee keer in het midden: één keer van rechts naar links en daarna van onder naar boven, telkens naar de punten.

3. Bij de volgende stap vouw je drie of vier hoeken naar het midden en je klapt ze daarna weer omhoog.

4. Keer nu het behang om en klap de hoek die je in de vorige stap hebt gevouwen naar de vouwrand in de hoek die er tegenover ligt.

5. Nu is het tijd voor de armen van je spookje. Pak daarvoor de rechterhoek vast en klap deze bij de rechter zichtbare lijn om. Daarna vouw je deze rand naar het midden. Hetzelfde doe je nu ook aan de andere kant.

6. De armpjes zijn echter nog niet klaar. Pak nogmaals de rechterkant vast en herhaal de stap vervolgens aan de andere kant. Je ziet dan in het midden een vouw lopen van de hoek naar het midden. Buig nu langs deze vouw de rechter bovenhoek naar onderen.

7. Nu moet je spookje nog wat vorm krijgen. Dat doe je door aan de achterkant de onderste hoeken naar de middenlijn te vouwen.

8. Ook bij het hoofd en helemaal onderaan kun je de hoeken naar de achterkant ombuigen. De punten bij de armpjes worden daarentegen aan de voorkant gevouwen.

9. Zo, je bent aangekomen bij het einde, want je spookje heeft alleen nog een gezicht nodig. Pak hiervoor een zwarte viltstift. Je kunt je spookje nu naar wens vormgeven.

10. Klaar!